Ira Sachs over Brooklyn Village: Mijn aandacht gaat naar de interactie tussen generaties
Met Brooklyn Village, het portret van New Yorkers die hun plaats zoeken in een brutale wereld, won de onafhankelijke Amerikaanse cineast Ira Sachs de Grote Prijs van het festival van Deauville. Zijn vreugde wordt getemperd door de verkiezing van Donald Trump. “It’s a living nightmare” zucht de visuele stadsdichter.
“Hoe mijn films zullen evolueren in het licht van de recente gebeurtenissen weet ik niet,” zegt Ira Sachs (°1965), “er is enige bezinning nodig. Ik voel wel, meer dan voorheen, de nood om over actuele problemen te spreken.” Zo is hij bezorgd over het feit dat “de jonge generatie niet ging stemmen omdat ze dachten dat het er niet toe deed, terwijl het er juist heel erg toe doet. Hopelijk kunnen we de volgende generatie wakker schudden.” In Brooklyn Village focust hij op deze generatie via de vriendschap tussen twee adolescenten in turbulente tijden. “Ik stak veel jeugdherinneringen in hun leven,” aldus Sachs, “maar ook tijdloze zaken. Plus het gevoel van vrijheid dat ik vond in New York. Het is pijnlijk dat dit gevoel nu een knauw krijgt.”
Met zeven langspeelfilms en vijf kortfilms kreeg je reeds een retrospectieve in het New Yorkse MoMA. Behoorlijk straf.
Ira Sachs: “Weinig generatiegenoten zijn er in geslaagd een carrière op te bouwen als onafhankelijk filmmaker. De retrospectieve is een erkenning voor het feit dat het me wel gelukt is. Men waardeerde ook dat ik tracht persoonlijke, intieme films te maken en dat er een consistentie zit in hun toon en thema’s.”
De titel van de retrospectieve ‘Thank you for being honest‘ had die van je jongste film kunnen zijn.
“Dat was ook bijna zo. Al mijn films gaan over de vraag hoe we communiceren met anderen, hoe we falen in dat proces en wat de gevolgen daarvan zijn. Het dankwoord is ironisch omdat mensen zelden eerlijk zijn, er blijft altijd iets verborgen en dat legt de filmcamera bloot. Mijn aandacht gaat naar performance, vooral een vertolking verbonden met mannelijkheid, en de vraag hoe Greg Kinnaers personage na de dood van zijn eigen vader de man én vader wordt die hij verondersteld wordt te zijn. Ik observeer graag veranderingen en het geweld dat er uit voortvloeit. Ditmaal tracht ik twee adolescenten en hun in een conflict verwikkelde families te begrijpen.”
Verwijst de originele titel Little Men naar de kinderen of ook naar de volwassenen?
“Naar alle personages én naar Louisa May Alcotts 19de eeuwse roman ‘Little Women’. Het menselijke element en de vorm van de roman biedt me de mogelijkheid om individuele ervaringen tegelijk objectief en subjectief te bekijken. Ik wou een film maken over de kindertijd vanuit het standpunt van zowel kinderen als volwassen. Wat me bezighoudt is de vraag hoe ze met elkaar omgaan over generaties heen.”
De releasetitel is Brooklyn Village.
“De film gaat over New York, de stad waar ik woon en die ik zeer goed ken. De wijk wordt echter niet op toeristische wijze voorgesteld, ik benadruk het universele karakter. De problemen waarmee de bewoners worstelen verschillen niet van die waar je in Gent, London of Parijs wordt mee geconfronteerd.”
Zoals het probleem van gentrificatie.
“Met de desastreuze verkiezing van Donald Trump is het weer actueel. Er wordt veel gesproken over ‘pocket-book issues‘; over hoe ons leven bepaald wordt door financiële overwegingen. We trachten immers vooral te overleven, onze kinderen eten en onderdak te bieden. Velen worden protectionistisch als reactie op hun angsten en onzekerheden. Trumps overwinning is a living nightmare. Een verschrikking voor mij, mijn kinderen, mijn land én de wereld. Hij is niet mijn president! Trump gaf een stem aan woedegevoelens en stimuleert onverdraagzaamheid. In mijn gemeenschap komt het verzet op gang, we willen ons laten horen.
Mijn films gaan over morele oordelen. Brooklyn Village is heel empathisch voor beide zijden van een moreel conflict. Ik wil zelfs het slechtste gedrag van mensen begrijpen en volg Jean Renoirs visie dat iedereen zijn redenen heeft. Maar ik heb oog voor botsende opvattingen en voor woede. Zo ruziet Leonor met Brian over de huur terwijl meer algemeen de exuberante wereld van de kinderen botst met het gesloten universum van volwassenen. Er zijn echter ook overeenkomsten, de protagonisten komen uit verschillende sociale klassen maar hebben veel gemeen. Dit is geen conflict tussen slachtoffers en slechteriken.”
Je films Forty Shades of Blue (2005), Married Life (2007) en Keep the Lights On (2012) handelden over de destructieve kracht van liefde.
“Ze gaan over relaties, over intimiteit en de moeilijkheid om liefde te beleven. In Love is Strange (2014) en Brooklyn Village is de centrale relatie sterk en komt de uitdaging van buitenaf, van respectievelijk de ouders en de kerk. Het koppel moet vechten tegen die krachten. Deze evolutie vloeit voort uit het feit dat ik me minder getormenteerd voel dan bij mijn debuut The Delta (1996). Daardoor plooi ik me minder terug op mezelf en dat vertaalt zich in films over de relatie tussen individuen en hun gemeenschap. Ik ben vijftig, heb twee kinderen van 4 en ouders die zeventigers zijn; mijn aandacht gaat naar de interactie tussen generaties.”
Dat brengt ons bij de invloed van de Japanse cineast Yasujirô Ozu.
“Samen met scenarist Mauricio Zacharias zag ik I Was Born, But… (1932) en Good Morning (1959) en die Ozu-films gaven ons het idee van kinderen die in staking gaan tegen volwassenen. Ozu bewijst dat je 30 films over het thema ’thuis’ kunt maken die gelijkend maar toch anders zijn omdat elke crisissituatie persoonlijk is.”
Een andere invloed is John Cassavetes.
“In het begin van mijn carrière was ik geobsedeerd door Cassavetes, daarna evolueerde ik naar eerst Ken Loach en dan Maurice Pialat. Ik sta momenteel dichter bij de rauwheid en de strijd van mensen tegen een brutale wereld die je bij Pialat vindt, maar de vrijheid die in het werk van Cassavetes zit blijft een streefdoel. Plus het introduceren van persoonlijke elementen zoals de herinnering aan mijn vriendschap met een Afro-Amerikaanse jongen toen ik opgroeide in Memphis en de daarmee verbonden gevoelens van vreugde en onschuld. Er ontstaat dynamiek tussen de beweeglijkheid van de emoties die ik van Cassavetes overneem en de observerende houding die Ozu me bijbracht. Ik kies ook steevast voor een open einde omdat ik wil dat de kijker in zijn verbeelding de toekomst zelf invult. Brooklyn Village geeft aan dat vriendschappen evolueren met de leeftijd. Wanneer je jong bent overbrug je de verschillen tussen klassen en rassen vlot, als volwassene ervaar je verschillen sterker en ga je in je eigen getto leven. De film gaat over de shift van de organische vloeibaarheid van jeugdige vriendschap tot meer gestructureerde en gecontroleerde volwassen relaties.”
Je sluit af met de ontplooiing van een introverte artiest.
“Brooklyn Village is het portret van een artiest, twee artiesten eigenlijk. Ik zie een parallel met het echte leven. Theo Taplitz (Jake) heeft vier films gemaakt na de opnamen, Michael Barbieri slaagde waarin zijn personage Tony faalde, toegelaten worden tot de LaGuardia Higschool for Performing Arts. Hij werd ook gecast voor de nieuwe Spiderman: Homecoming. Ze hebben dus beiden een artistieke toekomst. Ik moet zeggen dat ze tijdens de casting meteen indruk maakten. Ze bevonden zich op het scharniermoment tussen adolescent en volwassene; ze waren tegelijk verstandig en nog niet gevormd. Naar het einde van de film toe gaan de kinderen beseffen dat er een verleden is. Als kind weet je lang niet dat het verleden bestaat. Door het stormachtige gebeuren kunnen ze een hoofdstuk afsluiten. Dat gaat gepaard met de gevoelens van verlies die deel uitmaken van opgroeien.”
Liet je hen improviseren?
“Ja en nee. Alleen bij de scènes in de acteerschool, het rondhangen in de metro en het park; daar werd er geïmproviseerd, de rest bleef vrij dicht bij het scenario. Om de zaken fris te houden laat ik wel niet repeteren, alles gebeurt tijdens de opnamen.”
Hoe gezond is de Amerikaanse onafhankelijke cinema?
“Het is moeilijk om een lange carrière op te bouwen. Velen zijn in staat een of twee films te maken maar er 8 of 10 maken en een onafhankelijke stem bewaren is niet evident. Voor mij is het nu minder moeilijk dan vijf jaar geleden omdat ik erkenning kreeg voor enkele films maar ik werk nog steeds buiten het systeem. Mijn werk wordt gefinancierd door groepen individuen, niet door traditionele filmbedrijven. Ik heb het geluk dat ik de films kan maken die ik wil maken. Grootschaliger hoeft echt niet. Ik werk nu aan een film voor HBO over de acteur Montgomery Clift, Christodora, en die is anders maar nog altijd persoonlijk.”
Weet je al waar je naar toe wil na je New Yorkse trilogie Keep the Lights On, Love is Strange en Brooklyn Village?
“Om eerlijk te zijn, alles veranderde dinsdag 8 november. I threw everything up in the air en zal zien wat volgende maand en volgend jaar brengt. Ik ben aangeslagen moet ik toegeven. Het zijn stormachtige, donkere tijden en dat kan een weerslag hebben op mijn films omdat ze zo persoonlijk zijn. Ik moet weten waar ik sta voor ik er films kan over maken. Dat weet ik nu niet.”
Het positieve is dat het verleden bewees dat de beste Amerikaanse films in moeilijke tijden gemaakt worden. Misschien kan het creatief uitdagend en louterend werken.
“Dat is goed om te horen en je hebt waarschijnlijk gelijk. Daarnaast ben ik ook blij dat ik in New York leef waar abortus niet illegaal zal worden. Een citaat van schrijfster George Sand vat mijn gevoelens samen “in boosaardige tijden waar mensen elkaar kleineren is het de missie van de artiest om vriendelijkheid, vertrouwen en vriendschap te introduceren en op die manier geharde en wanhopige mensen er aan te herinneren dat zuiverheid, tederheid en gelijkheid nog (kunnen) bestaan”.
IVO DE KOCK
Gent-Stockholm, 14 november 2016
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 670, december 2016)
GENRE drama
REGIE Ira Sachs
SCENARIO Ira Sachs & Mauricio Zacharias
FOTOGRAFIE Oscar Duran
MUZIEK Dickson Hinchliffe
CAST Theo Taplitz (Jake Jardine), Michael Barbieri (Toy Calvelli), Greg Kinnear (Bran Jardine), Paulina Garcia (Leonor Calvelli), Jennifer Ehle (Kathy Jardine)
PRODUCTIE USA – 2016 – 85’