Interview Clint Eastwood: Een comeback van Dirty Harry zou weinig realistisch zijn
“Dirty Harry is 38 jaar geleden gemaakt en hoewel mijn geheugen nog goed werkt, is het makkelijker voor een outsider dan voor mij om er op terug te kijken,” zei Clint Eastwood in een groepsinterview n.a.v. ‘The Dirty Harry Collection’, “Richard Schickel deed de audiocommentaar in mijn plaats. Als historicus kan hij de film uitstekend plaatsen in de historiek van Warner Bros, de filmgeschiedenis in ’t algemeen en de tijd waarin hij werd gemaakt”.
Eastwoods vriend en biograaf Richard Schickel legt in zijn commentaar betekenislagen van Sudden Impact bloot en duidt Dirty Harry“opdat mensen zouden begrijpen dat die film meer is dan één scène. Het misdaaddrama heeft stijl, toon, onderstroom en inhoud”. Gevraagd naar zijn favoriet moment uit de door zijn mentor Don Siegel geregisseerde film vergast een even charmante als imposante Eastwood de journalisten op een ‘unplugged’ versie van ‘Dirty’ Harry Callahans monoloog in de ondertussen iconische confrontatiescène tussen de inspecteur en een gangster: “Ik weet wat je denkt: heeft hij zes kogels afgevuurd of vijf ? Eerlijk gezegd, door al dat gedoe weet ik het ook niet meer. Maar aangezien dit een .44 Magnum is, het sterkste handwapen ter wereld dat je kop er af schiet, moet je je een vraag stellen: ‘Heb ik vandaag geluk?’ Wat denk je, klojo?”
Kijk je vaak terug op je eigen werk?
CLINT EASTWOOD: Nee, ik heb zo veel films gemaakt dat ze herbekijken zou zijn alsof ik terug opgroei. De laatste film die ik, vier jaar geleden, opnieuw zag was The Outlaw Josey Wales omdat ik benieuwd was naar de nieuwe digitale print met 5.1 geluid. Mijn huidige echtgenote werkte voor NBC in Monterrey en werd gepest door haar collega’s omdat ze met Clint Eastwood samenleefde maar Dirty Harry nog nooit had gezien. Daarom heb ik zo’n acht à negen jaar geleden de film opgezet. Ze vond het blijkbaar goed want we zijn nog altijd getrouwd! Dat was de laatste keer dat ik de film zag.
Ik ben wèl een fan van dvd. Ik ijverde de jongste jaren samen met Warner Home Video voor een uniform dvd-systeem. We leken immers weer op een Betamax versus VHS-opdeling af te stevenen, met Blu-Ray en HD-DVD. Gelukkig stopten de studio’s die oorlog. Ik was voorstander van uniformiteit om te vermijden dat mensen dingen die ze voor een systeem kochten niet meer kunnen gebruiken voor een ander systeem. Ik heb niets tegen hoge verkoopcijfers maar ik wil niet dat consumenten bestolen worden.
Met Warner Bros heb je een bijzondere relatie.
EASTWOOD: Ik belandde veeleer toevallig bij Warner. In de jaren 50 begon ik als contractspeler bij Universal. Nadat ik voor Warner Dirty Harry maakte groeide ik langzaam naar de studio toe. Ik hield van Warner, vice-president Frank Wells was een goede vriend, de studio liet me veel vrijheid en steunde me. De eerste film waarvoor ik op een soort proefbasis naar Warner verhuisde was The Outlaw Josey Wales in ‘76 en ik ben er sindsdien altijd gebleven. Niet dat ik onder contract lig of zo, ik werk gewoon graag en heel goed met Warner samen.
Bovendien hou ik ook van veel Warner-films. Ik groeide op met de films uit de jaren 30 en 40 die Richard Schickel in You Must Remember This toont. Een heel informatieve documentaire die jonge cinefielen op een boeiende manier met goede oude films laat kennismaken. Hopelijk gaan ze daarna die films ook bekijken en er meer over lezen. Want hoe meer inzicht je hebt in de geschiedenis, hoe beter je kan duiden wat er in de hedendaagse cinema gebeurt.
Mijn favoriete scène uit de Raoul Walsh-film White Heat zit in Richards documentaire: James Cagney die in de gevangenis verneemt dat zijn moeder dood is en volledig tilt slaat. Walsh filmde dat op een sobere maar unieke wijze. Wanneer je verneemt hoe dit allemaal in zeer korte tijd, enkele uren, geënsceneerd en opgenomen werd, dan is dat heel inspirerend voor iemand die goede films op een efficiënte manier wil maken.
Zag je roem en bekendheid veranderen in de loop van je carrière?
EASTWOOD: In de jaren 40 en 50 tot 70 waren acteurs beroemd omdat ze in opmerkelijke films speelden. Nu worden mensen beroemd voor gelijk wat. Roem en bekendheid hebben niets meer te maken met talent of artistieke prestaties. Een gedeelte van de pers focust alleen nog maar op nevenverschijnselen en randfiguren. In de tijd van Bette Davis, Ingrid Bergman, Humphrey Bogart en James Cagney leken deze acteurs speciaal en lieten ze hun bijzondere talent ook zien. Cagney was mijn favoriet omdat hij onverschrokken was en zoveel dingen kon doen.
In mijn jeugd hielden we van actrices zoals Ann Sheridan. Zelf was ik fan van Rita Hayworth, een glamouractrice die toen de droom van elke jongen was. Dat is weg, kinderen groeien niet meer op met een liefde voor actrices. Misschien is het mysterie wel verdwenen. Je ziet te veel van mensen dankzij het geweldige informatietijdperk waarin we leven. Wij zagen onze favorieten misschien één keer per jaar.
Zou de Dirty Harry-reeks door een andere studio dan Warner gemaakt kunnen zijn?
EASTWOOD: Een andere studio had Dirty Harry kunnen maken. Toen het project me voor het eerst werd aangeboden, werkte ik voor Universal. Ik zei hun dat ik de film zou doen als ze het script kochten. Maar ze aarzelden en door een samenloop van omstandigheden belandde het scenario bij Warner. Zij vroegen me en omdat ik vertrouwd was met het materiaal hapte ik toe.
Het had dus een Universal-film kunnen zijn en met een regisseur zoals Don Siegel zou ie er hetzelfde hebben uitgezien. Maar of er op dezelfde manier zou zijn mee omgesprongen weet ik niet. Een van de redenen waarom ik de overstap naar Warner maakte was Dick Letterman, het briljante hoofd van promotie, marketing en verkoop. Hij hield van de film en ontwikkelde een zeer agressieve marketing die mee aan de basis van het commerciële succes lag.
Begreep je meteen dat dit een iconisch personage zou worden?
EASTWOOD: Ik zag van in het begin iets in het personage. Anders was ik er niet aan begonnen. Bij elke film die ik maak heb ik het gevoel dat het verhaal waard is om te worden verteld. Maar of dat doordringt tot het publiek is een andere zaak; het is zeer moeilijk om in te schatten of iets al dan niet zal aanslaan. Soms worden films minder gewaardeerd dan je verwachtte, soms meer. Dat is het lot of toeval. Je kan alleen maar proberen de best mogelijke film te maken en dan is het aan anderen om te oordelen of iets al dan niet werkt.
Zie je een comeback van Dirty Harry zitten?
EASTWOOD: Ik kan wel op schietschijven gaan schieten, maar ik denk niet dat de politie van San Francisco zit te wachten op een 77-jarige agent. Het zou weinig realistisch zijn. Men vraagt me dat constant en alles hangt natuurlijk af van het eventuele script, maar ik geloof niet echt in nog eens een vervolg. Het is tijd om de dingen te laten zoals ze zijn. We hebben een paar sequels gedaan, het personage wat op de proef gesteld, maar nu is het genoeg geweest. (Eastwoods Gran Torino werd even gezien als zesde Dirty Harry-avontuur maar Eastwood speelt er een Koreaveteraan die de dief van zijn sportwagen heropvoedt)
Mijn gedachten gaan nu uit naar heel andere dingen en projecten. De films die ik de jongste jaren heb gemaakt zijn de films die me het best bijblijven en waar ik het meest trots op ben. Ik werkte in verschillende genres terwijl ik in vroegere periodes in een beperkt aantal genres actief was. Ik ben heel gelukkig nu, ik denk ook dat ik meer in het heden leef dan in het verleden. Het is ook zo dat ik momenteel zo druk bezig ben dat ik amper de tijd heb om op mijn vroeger werk terug te kijken.
GROEPSINTERVIEW FESTIVAL DE CANNES – 22 MEI 2008
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 589, november 2008)